‘In de gezinsopvang verblijven gezinnen die financieel dakloos zijn geraakt. Ze hebben door allerlei omstandigheden geen woning en geen vangnet. Wij bieden hen een veilige, tijdelijke plek en gaan samen op zoek naar een huurwoning. Totdat dat lukt, hebben we vaak een lange periode — zo’n twee tot drie jaar — om samen te kijken: wat hebben jullie nodig om sterker verder te kunnen, om met vertrouwen en stabiliteit weer zelfstandig te wonen?’
‘De gezinnen hier zijn enorm verschillend. Nederlandse gezinnen met man, vrouw en kinderen, buitenlandse gezinnen, alleenstaande moeders die na een relatiebreuk geen nieuwe plek hebben om te wonen, mensen die uit het buitenland komen. Sommigen spreken ze de taal niet.
‘Anderen hebben een vaste baan, maar raakten door een scheiding of ziekte alles kwijt. Laatst nog: een man die jarenlang in Thailand woonde, moest terug naar Nederland voor medische zorg en had nergens om heen te gaan.’
‘In totaal kunnen hier 22 gezinnen verblijven. De omstandigheden zijn basic. Twee keukens voor 22 gezinnen. Een kamer is zo’n vier bij vier meter met twee stapelbedden. Soms wonen daar vader, moeder en een puberdochter samen. Na een paar jaar op elkaars lip merk je: privacy wordt het grootste euvel.’
Begrijpen
‘In alle gezinnen zie ik veerkracht. Zo is er bijvoorbeeld de ontzettend leuke moeder van begin twintig met een dochtertje van vier, dat is haar houvast. Ze heeft hoge pieken en diepe dalen, en laatst lukte het haar om daar met mij over te praten. Ze blijkt dat haar hele leven al te hebben. Ze is nu voor het eerst op eigen initiatief naar de huisarts gegaan en zit nu in een traject om te leren wat er precies in haar hoofd gebeurt.’
‘Ik denk ook aan de vrouw die sterk gelovig is. Ik ben atheïst, maar ik ga het gesprek aan. Ik wil begrijpen wat haar kracht geeft. Dat verrijkt ook mij als mens. Die verschillen tussen mensen probeer ik niet te veroordelen, maar te begrijpen.’
‘Voor de kinderen is het leuk, maar ook lastig. Tot een jaar of tien zie je vooral spontaniteit, ze spelen met elkaar en vinden het soms zelfs fijn hier. Maar bij twaalf, dertien merk je dat ze geen vriendjes meer mee naar huis nemen, uit schaamte. We moedigen kinderen aan om wél contact te zoeken met anderen. En we begeleiden ouders om hun verdriet en schaamte niet op hun kinderen te projecteren.’
Gelijkwaardigheid
‘Je staat niet stil in de opvang. Het is een plek om op adem te komen, en een kans om te werken aan stabiliteit en om te bouwen. Bij veel gezinnen leeft het idee: áls ik maar een huis heb, dan komt alles goed. Dat begrijp ik. Maar ik probeer ze ook te laten zien wat deze opvang hen wél biedt. Voor een klein bedrag heb je onderdak, kun je sparen, krijg je begeleiding. Je kunt werken aan je relatie met je kind, gebruikmaken van voorzieningen zoals een laptop via de HaarlemPas, of fietsen voor de kinderen. Hier is ruimte om aan jezelf te werken. Dat is veel moeilijker als je weer helemaal op jezelf staat.’
‘Ik werk met de gezinnen op basis van gelijkwaardigheid. Als begeleider leg ik mensen niets op. De gezinnen hebben de regie en ik volg. Soms is er eerst een periode van veel verdriet en schaamte, dan begeleid ik ze daarin. ‘Wat heb jij op dit moment nodig’, dat is de vraag die ik het meest stel.’
‘Op het moment dat je oprechte interesse toont, gaan mensen vanzelf vragen terugstellen. Dan ontstaat er evenwicht. Je ziet dat mensen zich gezien voelen, dat ze weer een beetje regie ervaren. En dan zijn ze ook klaar voor andere gesprekken, ook als het minder leuke gesprekken zijn. Want er is vertrouwen.’
‘Al is dat soms ook lastig. Veel mensen hebben trauma’s opgelopen en zijn gekwetst. Als er dan wél een goede relatie ontstaat, willen ze die vasthouden. Maar ik zeg altijd: ik ben een passant. Een professional. Het contact dat je met mij hebt, gaan we proberen te vertalen naar je eigen netwerk.’
Dichtbij
‘Waar ik van geschrokken ben, is hoe dichtbij de opvang is. Zelfs ik, met achttien jaar ervaring in de jeugdzorg, had dat onderschat. Hoe snel je als mens — ook als je denkt dat je alles op orde hebt — hier terecht kunt komen, als één of twee dubbeltjes de verkeerde kant op vallen. Mijn beeld was: daar zal dan wel een plausibele reden voor zijn. Maar ik maak hier hele tragische situaties mee. Daarom ben ik de gemeente Haarlem ook heel dankbaar dat ze dit zo goed oppakken, dat hier zoveel energie en geld in wordt gestoken.’
Lees meer over de gezinsopvang Velserpoort in Haarlem.
Tekst: Ilse van der Mierden
Foto: Justin Griekspoor