Daar treft hij de 48-jarige Lasse, gehurkt tegen de muur, met een halfvolle wijnfles tussen zijn knieën – naar later blijkt zijn vierde die ochtend – en een plastic tas naast zich met een paar schamele bezittingen en een dunne slaapzak. Bevuild, zijn gezicht half bedekt door een woeste baard, kapotte schoenen. Als hij opstaat, blijkt hij een kop groter dan Joris, die toch zeker de 1.90 aantikt.
Lasse staat op de uitkijklijst van het outreachend team van Jellinek. Maanden geleden belandde hij in het ziekenhuis na een epileptische aanval door zijn alcoholverslaving. Het ziekenhuis stuurde hem naar Jellinek, waar hij nooit aankwam. ‘Zo’n persoon wordt dan op de uitkijklijst gezet, zodat veldwerkers extra naar hem uitkijken,’ legt Joris uit.
Zonde
Joris weet contact te maken. Hoe hij dat aanpakt? ‘Daarvoor moet je het juiste momentum weten te vinden,’ legt hij uit. ‘Voordat je iemand aanspreekt schat je in waar iemand zich op dat moment bevindt. Aan de motoriek kun je al veel zien. Heeft iemand net gebruikt? Is iemand moe? Net wakker? Agressief? Of juist emotioneel? Daar pas ik mijn benadering op aan.’ Lasse heeft gedronken, maar Joris ziet dat hij een open blik heeft en vraagt hem hoe het gaat.
Hij vertelt dat hij uit Zweden komt en al drie jaar door Europa zwerft, sinds een jaar in Amsterdam. Slapen doet hij in de donkere hoeken in parkeergarages en portieken of overdag op een stadsbank.
Hij mist zijn twee dochters. Hij wil best terug naar Zweden, maar hoe? Zonder geld, zonder paspoort, met een zware verslaving? Bovendien zal hij in Zweden meteen opgepakt worden, omdat hij nog een straf van acht maanden voor een drugsdelict moet uitzitten.
Hij spreekt op hem in over de gevolgen van zijn situatie. ‘Hoe zonde zou het zou zijn als je je dochters niet meer ziet, door die acht maanden detentie?’ Joris legt uit dat hij kan helpen om terug te keren. En dat hij naar de detox mag. Maar dan is er wel een plan nodig, zodat hij daarna niet opnieuw op straat belandt.
Doorpakken
Lasse staat ervoor open en stapt achter op de scooter. Joris brengt hem direct naar de Jellinek aan de Domselaerstraat. Daar schrikken ze van de hoeveelheid alcohol in zijn bloed: hij blijkt zo’n acht flessen wijn per dag te drinken. Lasse krijgt vitamine-injecties, komt op de wachtlijst voor de detox en wordt weer op straat gezet. Nu is het zaak om hem niet kwijt te raken.
Een week later meldt de Jellinek aan Joris dat er plek is in de detox. Nu moet Joris doorpakken, dus hup, de scooter op, op zoek naar Lasse. Hij vindt hem op het Meester Visserplein en regelt een doorpakbed voor de nacht, een speciale slaapplek voor mensen die in slechte conditie zijn, op het punt staan gerepatrieerd te worden en/of waarvan de gemeente niet wil dat ze de nacht op straat doorbrengen. Door het doorpakbed raakt Joris Lasse niet kwijt. Een dag later brengt hij Lasse naar Jellinek voor een tweeweekse detox.
Omdat Lasse geen identiteitsbewijs heeft, moet er een nooddocument geregeld worden om naar Zweden te reizen. Joris regelt toestemming voor dit document, dat alleen geldig is voor de reis van Amsterdam naar het Zweedse Lund. Na een week in de detox haalt Joris Lasse op en rijdt met hem naar de Zweedse ambassade in Den Haag om het document op te halen. Joris koopt ook meteen een treinticket voor donderdag 5 juni, de dag dat Lasse ontslagen wordt uit de detox. Want iedere extra dag op straat zou tot een terugval kunnen leiden.
Terug naar huis
Als Joris Lasse op 5 juni ophaalt, staat er een frisse vent voor de deur. Zijn baard is eraf, hij draagt schone kleding, zijn ogen staan helder. Hij heeft die week sinds lange tijd contact gehad met zijn dochters. Hij heeft ze vertelt dat hij naar huis komt, maar dat hij eerst nog in detentie moet. Nu wil hij zo snel mogelijk naar Zweden, ook al weet hij dat hij bij de grens bij Zweden opgepakt zal worden.
Joris brengt Lasse die middag nog naar Amsterdam Centraal en zet hem op de trein naar Lund. Hier stopt zijn werk; hoe het nu met Lasse gaat, weet Joris niet. Hij heeft nog een telefoontje naar de ambassade gewaagd, maar daar mochten ze vanwege privacy geen informatie over Lasse geven. ‘Ons doel is mensen een handvat bieden om uit de cirkel van dakloosheid te stappen,’ vertelt Joris. ‘En dat is bij Lasse gelukt. Vanaf hier zal hij het zelf moeten doen.’
De naam Lasse is vanwege privacy gefingeerd.
Tekst: Ilse van der Mierden
Foto: Sandra Hoogeboom
——-
Veldwerk Amsterdam repatrieert jaarlijks zo’n 250 dak- en thuisloze mensen. Dat betekent dat veldwerkers dak- en thuislozen zonder binding met de gemeente Amsterdam motiveren om terug te keren naar het land of de stad van herkomst.
Ze bieden logistieke ondersteuning, regelen een tijdelijke slaapplek ter overbrugging en – indien nodig – medische zorg, kopen bus-, trein- of vliegtickets en assisteren bij vertrek.